Presteren op hoog niveau vraagt een langdurige en systematische voorbereiding dit wordt ook wel periodiseren genoemd. Wat hoort er allemaal in een goede voorbereiding te zitten en hoe ziet zo'n plan eruit. Dit en nog veel meer lees je in dit artikel.

Periodiseren in de sport

Langdurig en systematisch trainen betekent een grote investering in tijd. Door te periodeseren of plannen wordt geprobeert om de trainingbelasting zo nauwkeurig mogelijk te sturen en af te stemmen op de fysieke – en psychische mogelijkheden van de sporter. Dit met uiteidelijke doel  om optimaal te presteren tijdens wedstrijden en belangrijke evenementen.

Doelen in relatie tot de tijd

De tijd waarover wordt geplant kan worden vastgelegd in:

  • macrodoelen/cycli
  • mesodoelen/cycli
  • microdoelen/cycli

macrodoelen: Op lange termijn wordt een doel gesteld en elk trainingsjaar is een stap op weg naar dit einddoel. De planning wordt gemaakt voor 1 of meerdere jaren.

voorbeeld:  olympische spelen (4 jaar)

mesodoelen (2 tot 6 weken): In het verloop van een trainingsjaar kan een sporter niet ononderbroken in vorm zijn. ‘vorm’ moet gedurende een lange periode worden voorbereid.  Een trainingsjaar kan worden opgesplitst in meedere perioden:

  • voorbereidingsperiode
  1. algemene voorbereidingsperiode        ( voorbereiden)
  2. specifieke voorbereidingsperiode        ( aanpassen)
  • wedstrijdperiode                                      (toepasssen)
  • overgangsperiode                                    ( rusten)

De planning die word gemaakt voor een dergelijke trainingsperiode of delen daarvan noemen we een mesocyclus.

VP1 VP2 WP OV
voetbal 2 wk. 4 wk. 9½ mnd. 1 mnd.
atletiek 3 mnd. 3 mnd. 4½ mnd 1½ mnd.

 voorbeeld: mesocyci van voetbal en atletiek.

De planning die word gemaakt voor een dergelijke trainingsperiode of delen daarvan noemen we een mesocyclus.

microdoelen ( 1 of meerdere weken): In periode van het trainingsjaar of mesocyclus worden per week een aantal trainingen georganiseerd. De keuze van verschillende trainingsmethodes in 1 of meerdere weken moeten goed worden afgestemd op de hersteltijden van de training.  Een opbouwende en aflopende microcyli zijn de meest voorkomende in de praktijk.

Opbouwende microcyclus

  • Duursporters (ultralopers, marathonlopers, triatlon etc.)
  • Krachtsporters (powerliften)

Kenmerken:

  • Stapje voor stapje steeds zwaarder werken
  •  Omvang neemt steeds verder toe
  • Relatieve rustperiode
  •  Psychologisch zwaar

opbouw-micro-cyclus-tabel

voorbeeld: Opbouwende micocycli

Aflopende microcyclus

  • Werken van zwaar naar licht
  • Van veel herhalingen naar weinig
  • Van hoge intensiteit naar lage intensiteit
  • Van grote omvang naar kleine omvang
  • Minder kans op blessures
  •  Positief psychologisch effect (als je van zwaarder naar lichter werkt, heb je iets om naar uit te kijken.

afbouwende-micro-cyclus-tabel


voorbeeld: afbouwende micorcycli

 

Trainingsbelasting in een jaarplan

 

De voorbereidingsperiode

Algemene voorbereidingsperiode ( VP1): De eeste Etappe dient voor het ontwikkelen van de eigenschappen, die de basis vormen van de prestatie. Uit ervaring blijkt dat het bereikte trainingsniveau op het einde van de eerste etappe dikwijls bepalend is voor de bereikte prestatie in de wedstrijdperiode.

  • Fundament leggen voor de intensieve belasting in later stadium
  • Accent op algemene conditie, minder specifiek ( 65 % om 35 % )
  • Weinig techniektraining
  • Veel omvangstraining
  • Beginfase voor aanpassingsprocessen
  • Duur van deze periode is 2 weken ( voetbal) tot 4 maanden (atletiek)

De specifieke voorbereidingsperiode( VP 2) gaat aan de wedstrijdperiode vooraf met als hoofddoel de opbouw van de specifieke conditie. De training krijg inhoudelijk een specifiek karakter, waarbij het aandeel van de specifieke oefenvormen en trainingen systematisch toenemen. De techniek word nu hoofdzakelijk in wedstrijdspecifieke omstandigeheden getraind.

  • Algemene conditie word minder belangrijk, accent ligt op specifieke arbeid ( 35% om 65%)
  • Omvang neemt af en intensiteit neemt toe
  • Techniek en tacktiektraining regelmatig op programma
  • Wedstrijdspecifieke aanpassingsprocessen staan centraal
  • Duur van deze periode 4 weken ( voetbal) tot 4 maanden (atletiek)

De wedstrijdperiode

De opbouw van de wedstrijdperiode is volledig afhankelijk van de wedstrijdkalender en dus de tak van sport. De geleidelijke opbouw van de belastingintensiteit is gericht op de periode waarin de belangrijkste wedstrijden vallen. Soms is dit 1 wedstrijd en soms zijn dit meedere. Trainingen zijn zo specifiek mogelijk voor de wedstijdsituatie. De intensiteit is hoog en de omvang ligt laag.

  • Hoeveelheid algemene conditie  daalt sterk of wordt geheel gestopt met uitzondering van krachttraining.
  • De omvang ligt ongeveer de helft lager als in de VP2
  • wedstrijdspecifiek belasting staat centraal
  • Volledige aanpassing aan de wedstrijdsituatie (vorm) ontstaat voor duursporters in 1-3 weken, voor explosieve takken van sport 3-6 weken
  • De periode kan ‘vorm’ 3 tot 8 weken duren

De overgangsperiode

Wanneer het trainingsjaar te lang gaat duren, dreigt het gevaar tot overtraining. De overgangsperiode moet ervoor zorgen dat de belastingsgrens niet word overschreden. In deze periode moet de sporter reserves opbouwen, die hem in staat stellen een volgende cyclus meteen hogere intensiteit te werken. Er bestaan verschillende manieren om deze periode in te vullen.

  • actief herstel: Een schaatser die voor zijn ontspanning gaat zwemmen
  • volledige rust: 4 tot 6 weken rust
  • onmiddelijke overgang naar de voorbereidingsperiode, waarbij de eerste maand op laag niveau wordt getraind.

Bekijk ook

tappering-off

Tapering off

Om in de wedstrijd optimaal te kunnen presteren moet een sporter uitgerust zijn. Alle systemen moeten maximaal zijn hersteld …