De 5 grondmotorische eigenschappen, iedereen heeft er vast wel eens van gehoord. Wat zeggen deze 5 eigenschappen ons nou en wat kun jij hiermee in de trainingen? Dit en nog veel meer zal naar voren komen in dit artikel.
GRONDMOTORSICHE EIGNSCHAPPEN

Informatie over Grondmotorische Eigenschappen

Algemeen

We trainen om een bepaalde functie of prestatie te verbeteren. Het is belangrijk  om te weten welke eigenschappen je van het lichaam moet trainen om een bepaald doel te bereiken. Deze eigenschappen noemen we ook wel de Grondmotorische eigenschappen.  Deze kun je onderverdelen in 5 eigenschappen:

In de volksmond wordt KLUSC vaak gebruikt als afkorting voor de 5 motorische eigenschappen.

Kracht

Hiermee bedoelen we spierkracht. Spierkracht hebben we nodig om te kunnen bewegen en voor een goede houding. In de sport heb je spierkracht nodig om hoog te kunnen springen, een bal hard weg te kunnen schieten of slaan. Voor veel sporters is kracht een belangrijke eigenschap om te trainen.

Lenigheid

Om een beweging te kunnen maken, moet de bewegingsuitslag groot genoeg zijn. Je kunt bedenken dat lenigheid bij turnen en ballet belangrijk is. Ook gewichtheffers hebben lenigheid nodig om diep door de knieën te zakken om een zwaar gewicht op te tillen. Daarnaast is lenigheid belangrijk om blessures te voorkomen.

Uithoudingsvermogen

Als sporter moet je vaak over een langere tijd een bepaalde intensiteit kunnen volhouden zoals bij veel balsporten. Het uithoudingsvermogen is te verdelen in 2 componenten. Het cardiovasculaire systeem (hart en long), en het uithoudingsvermogen van de spier.

Snelheid

De afstand die per tijdseenheid wordt afgelegd. Snelheid is in veel sporten belangrijk. Het makkelijkste voorbeeld dat we kunnen bedenken is voor een sprinter. Maar ook een judoka heeft snelheid nodig, denk hierbij aan een judo worp die snel moet worden ingezet.

Coördinatie

Coördinatie wordt door vele trainers gezien als de belangrijkste eigenschap. Zonder coördinatie kun je niet goed rennen, of kan je nooit goed een bal slaan. Coördinatie is de afstemming van zenuwen op spieren, maar ook de motorische activiteit in de spieren. We noemen dit intra en intramusculaire aansturing.

Intramusculaire aansturing

De afstemming van spiervezels in 1 spiergroep. Je spant nooit al je spiervezels tegelijk aan. Door te trainen kan je de organisatie van het aanspannen van deze vezels verbeteren.

Intermusculaire aansturing

De afstemming van verschillende spier(groepen) in een bepaalde beweegketen. Wanneer de Quadriceps aanspannen, ontspannen de hamstrings.

In het onderstaande tabel worden voorbeelden gegeven van de KLUSC bij verschillende sporten.

 

KLUSC

Bekijk ook

Periodiseren in de sport

Langdurig en systematisch trainen betekent een grote investering in tijd. Door te periodeseren of plannen …